Kinderpraktijk

Mijn toverwoord: “onvoorwaardelijke aandacht”

Samen spelen

“Ik stem me af op wie je bent en wat je graag doet als je speelt. Stil of met geluid. Verrassend of met structuur.

Ik volg je en speel met je mee. Samen met de handen in de kliedertafel de bakjes vullen. Zwierend tekenen of verven. Met de pluche dieren kletsen of achter elkaar aanrennen. Met kapla bouwen of omgooien.

Ik praat en hoor je en er is ruimte voor jou.

Ik verbind me met je en ervaar je energie en je flow. De energie mag weer gaan stromen.

Samen spelen we zonder de prikkels van buiten.

We worden blij en vrolijk”

Samen spelen

Samen spelen kan therapeutisch werken. Er is aandacht voor de zintuigen bv. ruiken proeven horen voelen. Je maakt contact met je lichaam. Bv vies of lekker. Voelt iets vervelend of niet. Met spelletjes en liedjes activeren we de zintuigen. We ontdekken dat je grenzen ervaart en dat je ja en nee mag zeggen.

Samen spelen en handelend bezig zijn bv met sensorisch materiaal, wereldspelmateriaal en vormeloos materiaal. Ik maak contact en speel mee. Er ontstaat een verbinding in dat moment. De energie gaat stromen en het voelt fijn om in die flow te zijn. Dat heeft invloed op het zelfvertrouwen en welbevinden.

Ook kinderen ontwikkelen onbewust stress of fysieke klachten. Ze kunnen nog niet benoemen wat ze voelen of wat ze nodig hebben. Bijvoorbeeld bij overprikkeling. Ze vertalen de verstoring in hun gedrag o.a. door (negatieve) aandacht te vragen, boze buien of agressie of door zich terug te trekken.

Ik volg het kind in het moment. Ik werk intuïtief en geef ruimte om de energie te laten stromen. Er kan heling komen in het systeem van het kind.

Mijn uitgangspunt is dat het veilig en goed is. Aandacht is de basisbehoefte van het kind.

Uiteraard bespreek ik mijn bevindingen met de ouders.

Mariska is een warme persoonlijkheid die daarmee snel een sfeer van vertrouwen creëert. Ze ziet haarfijn wat onze dochter van 6 nodig heeft. Ook voor ons als ouders biedt ze een luisterend oor. We zijn blij dat onze dochter bij haar “thuis” mag komen.

— Martine